Vertalingen laten gaan NL>DE
laten gaan (ww.) | entbinden (ww.) ; entlassen (ww.) ; freigeben (ww.) ; freilassen (ww.) ; loslassen (ww.) ; nicht festhalten (ww.) |
laten gaan | gehen lassen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `laten gaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: amnestie verlenenNL: laten lopenNL: loslatenNL: niet vasthoudenNL: vrijlaten